Quantcast
Channel: Spotlight Effect » Times Square Special
Viewing all articles
Browse latest Browse all 7

TSS deel 4 – Streven naar evenwicht in het internationale nieuws

$
0
0

ReutersDit bericht is onderdeel van een zevendelige serie waarin Times Square symbool staat voor de mondiale media.

Naast je eindeloos vergapen aan gigantische hoeveelheden kitsch en plat vermaak, kun je op Times Square ook het nieuws meekrijgen van ‘s werelds persgiganten. Grote schermen tonen de laatste headlines van het wereldwijde nieuws. Vooral Reuters en CNN doen goede zaken, aan hun nieuws lijkt niet te ontkomen. Glimmende anchorkoppen schieten langs en een routine bomaanslag in Irak wordt uitgemeten alsof het een breekpunt in de derde Golfoorlog is. Oppervlakkigheid lijkt een vereiste. Welkom in de wereld van de westerse nieuwsmedia.

In deze wereld is CNN de dictator. Vrijwel alle westerse nieuwsmedia nemen het breaking news linea recta over als belangrijk item in hun journaal, krant of webpagina. CNN is veruit het grootste en invloedrijkste nieuwsmedium, heeft een aanzienlijk aantal correspondenten en is daardoor snel ter plaatse. In haar hegemonie wordt CNN gesteund door drie grote persbureaus: Associated Press (AP), Agence France Press (AFP) en Reuters. Zij vormen een kwartet dat onze kijk op de wereld grotendeels bepaald. Onderstaand voorbeeld leert dat dit ook een verkeerde kijk kan zijn:

Op 9 april 2003 viel Saddam Hussein voor het oog van de wereld van zijn voetstuk. Een Amerikaans pantservoertuig trok zijn immense standbeeld op het Fardoes-plein in Bagdad om. Vervuld van vreugde wierp een uitzinnige Irakese menigte zich op de stenen replica van hun voormalige dictator. CNN liet zien hoe blij de Irakezen met hun redder uit het verre westen waren. Een webcam die op het tafereel gericht stond, toonde een heel andere situatie. Op het enorme plein was een klein groepje op het gevaarte aan het dansen, verder was het verlaten. Naar later bleek had een Amerikaanse officier van de afdeling Psychologische Oorlogvoering de omverwerping in scène gezet. Zijn toneelstukje kreeg een wereldwijd publiek.

De omverwerping van Saddam’s beeld is geen uitzondering. De belangrijkste westerse nieuwsmedia geven een vertekend beeld van de wereld. Maar er is een alternatief in de mondiale nieuwsvoorziening, Inter Press Service (IPS). Een non-profit persbureau dat een stem geeft aan bronnen uit ontwikkelingslanden en niet-gouvermentele organisaties (NGO’s). Waar CNN in Irak vooral dode soldaten telt, bericht IPS over de ontwikkeling van kinderen in dit chaotische en verscheurde land.

Correspondenten

Ondanks de inspanningen van IPS is de invloed van de westerse nieuwsmedia nog steeds enorm. Ook in Nederland. Onderzoek van communicatiewetenschappers Leendert van der Valk en Peter Vasterman leert dat de belangstelling van Nederlandse media voor de derde wereld is afgenomen. Er is een fixatie op nieuws vanuit westers georiënteerde, rijke landen. Zij onderbouwen dit met getallen over de verdeling van correspondentschappen over de wereld. Zo zijn in Afrika minder correspondenten aanwezig dan bij onze ooster- of zuiderburen. Een heel continent heeft blijkbaar minder aandacht nodig dan Duitsland of België.

Trend
De desinteresse voor ontwikkelingslanden is een trend. De afgelopen tien jaar is het aantal correspondenten in Afrika met 46 procent gedaald naar het huidige dertien. Een gering aantal verslaggevers voor ongeveer een zevende deel van de wereldbevolking. Het is voor deze journalisten schier onmogelijk om correct te berichten over actualiteiten in Afrika. En dat terwijl het continent, met haar ongelofelijke diversiteit aan volkeren en landen, één van de meest complexe is.
De Arabische wereld geniet wel een toename in media-aandacht. Maar zodra Vasterman en Van der Valk deze trend onder de loep nemen, blijkt dat dit komt door het voortslepende conflict in Israël en de Amerikaanse bezetting in Irak. Respectievelijk een westers georiënteerd land en een westerse bezettingsmacht.

Westerse blik
Eenieder kan zien dat de huidige verdeling van correspondenten in de wereld leidt tot een scheve verhouding. De eerder besproken weegschaal slaat door naar de kant van berichtgeving over westers gerelateerde gebeurtenissen. Mede daarom krijgt een toneelstukje zoals dat op het Fardoes-plein meer aandacht dan een gruwelijke crisis in Darfur. Het westerse publiek krijgt in dit geval ten eerste een onwaarheid voorgeschoteld, en ten tweede hoort zij weinig tot niets over een veel ernstigere situatie. Nico Haasbroek – voormalig hoofdredacteur van de NOS – erkent dit, maar zegt ook: “Al Jazeera, tegenwoordig Engelstalig, zond de beelden van het lege plein wél uit. Dat namen westerse nieuwsmedia over. Op deze manier corrigeren media elkaar.”

Vergeten verhalen
Toch lijkt de invloed van deze correcties beperkt. Bij een groot gedeelte van het publiek blijven de eerste beelden hangen. Naast IPS bestrijden ook andere organisaties dit probleem. Zo zet de Dick Scherpenzeel Stichting zich in voor berichtgeving over niet-westerse landen en publiceert zij jaarlijks een top tien van vergeten verhalen, Ht Vrgtn Vrhaal. Elk jaar weer zitten hier hartverscheurende verhalen tussen die allen één ding gemeen hebben; het gaat om mensenlevens die op het spel staan. Om aandacht voor deze situaties te vragen en een evenwichtige mondiale nieuwsvoorziening te waarborgen, is IPS van levensbelang.

IPS in Nederland
In Nederland maken de drie kleine christelijke dagbladen – het Friesch Dagblad, Nederlands Dagblad en Reformatorisch Dagblad – gebruik van de diensten van IPS. Tilly Dodds, werkzaam voor de buitenlandredactie van het Nederlands Dagblad, licht toe: “IPS levert informatie die ik bij de grote persbureaus vaak in het geheel niet, of veel minder uitgebreid, tegenkom. Sommige landen komen in de berichtgeving van bijvoorbeeld AP of Reuters zelden voor. Toch kan het aardig zijn ook daarover eens iets te melden.” Dodds waardeert tevens het uitgebreide netwerk van IPS: “Ik vind het belangrijk dat de berichten van IPS vaak geschreven zijn door mensen die afkomstig zijn uit het land of continent waarover ze schrijven. Niet zelden staan zij heel anders tegenover het onderwerp dan wij in de westerse wereld doen. Ook dat kan toegevoegde waarde hebben.”
Rene Zeeman, hoofd van de buitenlandredactie van het Reformatorisch Dagblad heeft een soortgelijke motivatie: “Onze krant is al een aantal jaren geabonneerd op IPS. Het is niet duur en bovendien vormt het door de achtergrondstukjes die het over met name Derde Wereldlanden biedt, een nuttige aanvulling op het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) en AP. Vanwege het armoedevraagstuk in de wereld spreekt ons dit zeer aan.”

Grote dagbladen

Het is lovenswaardig dat de kleinere dagbladen IPS als bron hanteren, maar hun oplage is zeer beperkt vergeleken bij Trouw, de Volkskrant, Algemeen Dagblad, NRC Handelsblad en De Telegraaf. Als één van deze dagbladen IPS gebruikt, vergroot dat eerder het nationale bewustzijn. De grote jongens in krantenland laten IPS echter links liggen. Haasbroek heeft wel een idee waarom: “Pure arrogantie, Nederlandse kranten maken gebruik van de diensten van grote persbureaus en betalen daar grof geld voor. Zij denken: waarom nog gebruik maken van andere diensten, zoals IPS?”

Kwaliteit
Frits van Exter – hoofdredacteur van Trouw en tevens jurylid van Ht Vrgtn Vrhaal – geeft een andere verklaring: “In een ver verleden heeft Trouw enige tijd een abonnement gehad op IPS. Kwaliteit, kwantiteit, bruikbaarheid en toegevoegde waarde bleken toch onvoldoende.” De buitenlandredactie van de Volkskrant geeft eenzelfde verklaring. “In de jaren tachtig zijn we enige jaren op IPS geabonneerd geweest. We stonden geheel achter de journalistieke uitgangspunten, maar merkten dat we in de praktijk toch niet veel ruimte hadden voor dat soort verhalen. Ook paste de toon meestal net niet helemaal bij die van de Volkskrant. Uiteindelijk is het abonnement dan ook gesneuveld in een bezuinigingsronde”, aldus buitenlandredacteur Marianne Boissevain. Haar collega Rob Vreeken voegt hier aan toe: “We zijn gestopt met IPS omdat er ten eerste een tekort aan kwaliteit was, en ten tweede een totaal gebrek aan achtergronden of reportages bij het nieuws. Het waren allemaal tijdloze features. Dat kan interessant zijn, maar we vonden dat het geld niet waard.”

Hoe denken de dagbladen die IPS wél gebruiken over de kwaliteit? “Niet alle artikelen zijn even goed geschreven en bruikbaar voor het Nederlands Dagblad, maar er zitten hele goede berichten tussen. Verder is bij sommige IPS-journalisten een bepaalde politieke voorkeur duidelijk merkbaar. Maar over het algemeen is de kwaliteit heel behoorlijk”, aldus Tilly Dodds. Zeeman van het Reformatorisch Dagblad spreekt van een ‘kleine handicap’. “Veel stukken worden aangeleverd door Vlaamse journalisten. Daardoor komen wij soms wat vreemde uitdrukkingen tegen”, licht Zeeman toe. Maar zegt hij: “ Wij nemen die graag voor lief.”

Beperkte middelen

Dat de kwaliteit van berichten die IPS verstrekt af en toe te wensen over laat, is te ‘wijten’ aan het idealisme van de persdienst. Met een klein budget, dominante concurrenten en weinig aandacht van de nieuwsmedia is het voor Inter Press Service niet gemakkelijk om mensen de andere kant van het nieuws te laten zien. Bovendien laat IPS zich niet leiden door de waan van de dag. Waar een commercieel persbureau als Reuters vijf harde nieuwsberichten publiceert, prefereert IPS één lang achtergrondartikel. Deze onconventionele, zorgvuldige wijze van werken leidt echter wel tot een lagere productie.

Evenwicht
Volgens Bossevain is het uitgesloten dat de Volkskrant nog gebruik gaat maken van IPS. “Inmiddels is de situatie van de Volkskrant zodanig veranderd dat een vernieuwing van het abonnement niet meer aan de orde is. Onze financiële armslag is er bepaald niet op vooruit gegaan. Maar belangrijker is dat onze investeringen in tijd en geld tegenwoordig meer gericht zijn op multimediale producties, zoals websites en tv.”
Gelukkig krijgt IPS van Trouw wel een herkansing, aldus van Exter: “Toevallig hernieuwen wij nu middels een proefabonnement de kennismaking. Het is echter nog te vroeg om een oordeel uit te spreken over IPS.” Zijn deelname aan de jury van Ht Vrgtn Vrhaal blijkt geen loze activiteit te zijn, want zegt van Exter: “Er is zeker behoefte aan een alternatief persbureau dat tegenwicht en aanvulling biedt op de grote persbureaus.” Hopelijk doet dit goede voorbeeld en dat van de drie christelijke dagbladen volgen, en neemt de populariteit van IPS in Nederland toe. Dan kunnen wij Hollanders zeggen dat we na het homohuwelijk, tolereren van softdrugs en toestaan van abortus, ook met een evenwichtige nieuwsvoorziening een wereldwijde primeur hebben.

Ernst-Jan Pfauth

Ernst-Jan Pfauth (1986) raakte halverwege zijn studie communicatiewetenschap verslaafd aan bloggen. Toen hij een ruzie tussen Balkenende en Witteman vastlegde, werd zijn blog Spotlight Effect ook daadwerkelijk gelezen. Na een stage bij de Verenigde Naties in New York reisde hij voor Web 2.0 blog The Next Web een jaar de wereld rond. Voor nrc.next verkocht hij zijn ziel aan de dode-bomen-industrie, vinden zijn oud-collega's. Zijn persoonlijke blog is DutchProblogger.nl.

More Posts - Website


Viewing all articles
Browse latest Browse all 7